Als kind ben ik een keer bijna verdronken. Op vakantie in Frankrijk in een ondiep watertje zakt mijn zwembandje tot onder mijn heupen, zodat mijn bovenlijfje onder water komt en mijn benen naar boven worden gedreven.
Mijn herinnering hieraan is altijd positief geweest, de prachtige kleuren die ik toen zag en de fijne sfeer die ik ervoer. Het was er zo mooi! Ook herinner ik me dat mijn moeder me redde, en dat ze met haar omgeslagen handdoek zomaar het water is ingelopen om me uit het water te trekken. Dat die handdoek helemaal nat geworden was! Voor mij! Oh, dat vond ik zo indrukwekkend!
Al met al een mooie herinnering die ik altijd met me mee heb gedragen.
Een maand geleden ben ik met een heerlijke nieuwe opleiding begonnen, waarin we zullen ontdekken hoe we gesprekken op afstand kunnen voeren. De eerste les van de opleiding leert me, dat het niet zo zeer de vraag is of ik gesprekken in de energie op afstand kan voeren, maar de vraag of ik het durf toe te laten.
Ik betrap mezelf erop dat ik bij thuiskomst ineens allerlei klussen te doen heb, en geen tijd zie om met het huiswerk aan de gang te gaan en te oefenen met afstemmen.
Al snel heb ik mijn uitstelsmoezen door, waarna ik mezelf uitdaag om juist heel veel afstemmingen te gaan doen, om zo snel mogelijk van die angst af te komen.
Ik maak korte afstemmingen waarbij ik de wekker zet, om daarna snel weer op de rem te trappen. Terug naar ‘normaal’. Pfffffff
Het opsturen van de gesprekken naar de vrager daarna, is nog spannender. Dan draai ik een knop om, druk op SEND en ga vervolgens flink afleiding zoeken…
Want wat als ik de plank totaal mis sla, wat als ik het allemaal zelf verzonnen heb, wat als…wie ben ik….
Vrolijke afstemmingen zijn spannend, maar net iets minder eng, dan juist de zwaardere of meer confronterende boodschappen, die maken dat mijn hoofd en buik te samen op hol slaan.
Ik voel in mijn hele wezen, dat ooit in een ver verleden, we voor dit soort praktijken verbrand zijn, verketterd, verguisd.
Het gaat er niet om of ik het kan, of het bestaat. Het gaat erom of ik het durf.
Tijdens de 2e les vertelt de juf dat er tijdens de afstemmingen ook oude trauma’s uit deze of vorige levens naar boven kunnen komen. Ze geeft het voorbeeld dat je misschien verdronken bent, heel hard om hulp roept maar dat niemand je hoort.
Het verhaal siddert door mijn hele lijf, resoneert met al mijn cellen en voor het eerst krijg ik nieuwe herinnering aan mijn bijna verdrinken. Herinnering aan de korte periode voordat ik me overgeef en de prachtige kleuren te zien krijg. De korte tijd, waarin ik keihard vecht om boven te komen, uit alle macht probeer mijn benen op de grond te krijgen, probeer het zwembandje op zijn plek te duwen, dat ik om hulp roep, dat ik probeer mezelf te redden omdat niemand me hoort…
Na deze les voel ik me intens moe, en besef dat er een belangrijk oud trauma is aangeraakt.
Dit leven verdrinken, een ander leven als heks op de brandstapel, of verdronken, het voelt hetzelfde. Het niet gehoord worden, het niet mogen zijn, het happen naar adem… Oude trauma’s worden geheeld en opgelost.
Het gaat er niet om òf we gesprekken op afstand kunnen voeren. Het gaat erom of we het weer durven toelaten.
