16 februari 2018 is de dag dat ik wakker word met de gedachte: ik moet vandaag een uitkering aanvragen. Tot dan toe ben ik er niet mee bezig geweest. Geen haar op mijn hoofd die eraan denkt een uitkering aan te vragen! Mijn onderbewuste denkt daar blijkbaar anders over. Alle potjes zijn op, ik heb genoeg geleend en gekregen. Het eind is bereikt, en niet alleen financieel. Buiten dat mijn voet het nog steeds niet doet, ben ik verder fysiek en mentaal ook op m’n eind.
En dan moet het hele circus van de sociale dienst nog beginnen…
Een systeem dat met ja/nee werkt, zwart/wit en in/uit. Een systeem waar ik van geen kanten in pas, en waar ik zelfs 2x zoek raak, alsof ik niet besta en niet bestaan heb, onzichtbaar ben. Hoe symbolisch!
Als ik na 6 weken uitputtingsslag en veel tranen verder eindelijk word toegelaten, krijg ik een klantmanager toegewezen die mij liefst per direct in een call center ziet werken. Dat ik dan binnen een week in de ziektewet zal belanden, deert hem niet. Hoog gevoelig? Daar weet ie alles van, daar heeft ie over gelezen, dat is gedrag…
Dagen zoemt het door mijn hoofd: dit systeem is er ook voor mij…dit systeem is er ook voor mij… het kan niet de bedoeling zijn dat de maatschappij me ziek wil hebben…dit systeem is er ook voor mij…
En dan, ook bij de gemeente werken er engelen
. Ik word gered en mag van start bij Eigen Werk, het traject voor startende ondernemers met een uitkering. Ik ga weer oppakken wat ik een paar jaar eerder heb losgelaten: een healing praktijk. Alles wat mij uit het call center zal houden, en dit is geen verkeerde oplossing.
De introductiemaand is een grote uitdaging, ik word na een half jaar zitten weer in beweging gebracht, geprikkeld en uitgedaagd, continue uit mijn comfortzone gehaald, en hoe heerlijk om weer in een groep aan de gang te gaan!
Na deze maand volgt het selectiegesprek voor het vervolgtraject, maar eerst ga ik naar een welverdiende retraite in Frankrijk.
Voorafgaand aan de retraite trek ik 3 dagen met rugzak en tent door Zuid Frankrijk, en voel me thuis. Ik voel me eindelijk weer nuttig, heb t gevoel dat dit is wat ik te doen heb, dat dit er toe doet. “Is dit dan toch wat ik te doen heb??? Mag ik weer gaan lopen, lopen zonder eind…” schrijf ik in mn notitieboekje.
Terug in Nederland kan ik nergens anders aan denken, en besluit dat ik zo snel mogelijk weer wil gaan lopen, met alle consequenties van dien. Iemand zegt me dat ik dit misschien wel met de sociale dienst in bedrijfsvorm kan gieten. Ik lach hartelijk om het idee. Maar gedurende de dag gaat het borrelen, eh… ja, waarom niet?
Ik besluit mijn hele plan van healing praktijk om te gooien naar een wandelpraktijk. Daar word ik blij van! En wat een wonder zo bijzonder, het wordt goedgekeurd!
Het vervolgtraject is inspirerend en leerzaam. Het zet me net zo vaak in beweging als dat het me totaal stilzet. Soms zit ik uren achter mijn bureau naar buiten te staren, zonder dat er iets uit mijn handen komt. Dan ga ik maar weer een wandeling maken. Het blijft een systeem waar ik me niet in thuis voel. Aan de andere kant laat alles en iedereen me vrij, moet ik niks, en word ik vooral geprikkeld, uitgedaagd en gevoed. Als ik maar trouw blijf aan mezelf… het project is er voor mij, ik ben er niet voor het project… Ik ontdek dat ik mezelf vastzet in het systeem. Ik wil het graag goed doen, ik wil graag passen, geen fouten maken en zeker niet opvallen.
Maar als ik mezelf vastzet, kan ik mezelf ook weer losmaken. Ik word er steeds handiger in. Er komt een verzoek van een mede-ondernemer, om onze pitch op te nemen en aan haar op te sturen, zodat zij daar als presentatie-coach mee aan de slag kan. Ik vind het vreselijk om te pitchen en vreselijk om mezelf op te nemen, maar weet dat dit een belangrijk onderdeel kan worden van mijn wandel-publiciteit. Ik ben er een dag mee bezig, en krijg er steeds meer lol in. Als ik het heb opgestuurd, plopt ook nog eens de vreselijk enge gedachte op, dat ik dit ook op Facebook zou kunnen plaatsen. Ik haal diep adem, draai een knop om in mijn hoofd en spring op, what the heck… en zet mezelf online!
Wanneer ik later een opdracht krijg om een power point presentatie te maken, neem ik de uitnodiging aan en doe vervolgens niks. Vrienden bieden aan om me er mee te helpen, maar daar reageer ik niet eens op.
Na een week bevriezing, besluit ik de opdracht maar los te laten, en gelijk begint er weer van alles te borrelen. De volgende ochtend word ik wakker met het idee: ik ga een lichtcirkel om Amsterdam lopen.
Normaal zou ik een dag met zo’n idee aan de gang gaan, om ’t vervolgens door alle bezwaren naast me neer te leggen.
Dit keer zie ik het als mijn alternatief van de Power Point opdracht. Ik publiceer het idee gelijk op Facebook zodat ik er niet meer onderuit kan.
Ik realiseer me dat veel ideeën van mij het licht niet zien, omdat ze verdrinken in het ‘hoe’ en ‘waarom’.
Ik ben van Amsterdam naar Spanje gelopen! Als ik me van te voren had afgevraagd ‘hoe’, en helemaal ‘waarom’, dan was ik nooit van huis vertrokken! Het was een idee, ik wist niet waarom, maar ben gewoon gegaan, en het is het mooiste half jaar van mijn leven geworden.
Dit keer ga ik in een week een cirkel lopen om Amsterdam, een lichtcirkel. Geen idee hoe en waarom. Het wordt vast een hele mooie week!
Het is nu een jaar nadat ik mijn voet gebroken heb, en er zijn nog steeds dagen dat ik kreupel loop en erge pijn heb. Als ik mijn fysio, een fanatiek wandelaar, vertel wanneer ik wel en geen last heb, bevestigt hij wat ik eigenlijk al weet: als ik trouw ben aan mezelf, en doe waar ik gelukkig van word , doet mijn voet vanzelf mee. Als ik me aanpas, denk van alles te moeten omdat het me gevraagd wordt of denk dat ’t zo hoort, krijg ik weer pijn en word ik letterlijk stil gezet.
Ik vraag hem wat ik dan toch te doen heb? Waarop hij me teruggeeft dat ik hem dat zojuist allemaal heb verteld, en dat ik blijkbaar 3 dagen zonder pijn kan lopen. Waarop ik hem vraag: maar mag ik dan zomaar gaan lopen?
“Dat zal je jezelf moeten vragen”, geeft ie terug. “Tja, we moeten toch ons geld verdienen, maar wees gerust, er zal altijd genoeg tijd zijn om lekker een week te gaan lopen, om tot rust te komen, want daar doen we het toch voor… tenminste daar doe ik het voor.”
“Nee”, zeg ik, “ik niet, lopen is mijn werk. Dan voel ik me nuttig, dan draag ik bij.”
Die avond verzucht ik bij een vriendin, hoe lastig ik het vind dat er niemand is, die me gewoon vertelt wat ik moet doen, dat ik dat zo graag zou willen. “Nee”, zegt ze, “het is andersom. Jij weet wat je wil doen, en bent aan t wachten tot iemand nee schudt, tot iemand zegt dat je het niet moet doen. Maar er is niemand meer die je tegenhoudt.
Die ‘nee’ komt alsmaar niet…”